‘Stop’. Een oplossingsgericht en ladingloos alternatief voor ‘Nee’

Een van de meest beladen woorden is volgens mij het woord ‘nee’. Hoe zo’n kort woord zoveel lading kan dragen, ik blijf er versteld van staan: schuldgevoel, angst, boosheid, macht, wanhoop, moedeloosheid, over-enthousiasme, en dan vergeet ik allicht nog wel wat. In m’n werk als coach & consultant kom ik het heel vaak tegen als issue waar mensen mee worstelen. Er wordt bijna steevast het etiket ‘moeilijk’ op gekleefd: moeilijk om te zeggen, moeilijk om vol te houden, moeilijk om te krijgen. Velen zijn terughoudend om nee te zeggen tegen een hiërarchisch meerdere want ‘dat kan je toch niet maken’, ze willen er niemand mee kwetsen, ze willen niet als lui bestempeld worden, ze zouden er een kans mee kunnen missen,… er zijn veel redenen om het woord niet te gebruiken. En er zijn minstens evenveel redenen om dat wel te doen. Niet nee kunnen zeggen heeft immers voelbare consequenties: je blijft namelijk zitten met meer werk dan tijd en energie. Tijd en energie kunnen we niet bij maken, het komt er dus op aan beter te kunnen regelen wat we in de beschikbare tijd met onze beschikbare energie gaan doen. Als nee zeggen zo moeilijk blijkt te zijn, is er dan misschien een alternatief? Jazeker: Stop.

Het werken met paarden heeft me daar veel in geleerd. Mijn overleden leermeester Pieter Baalbergen maakte me ooit bewust van hoe helder paarden communiceren rond hun persoonlijke leefruimte en hoe belangrijk het is om dat in het werken met paarden ook te doen met je eigen persoonlijke leefruimte. Hij leerde me ervaren dat je aanwezigheid niet ophoudt bij je huid. Als in een bioscoopzaal een wildvreemd iemand op de stoel naast je komt zitten terwijl er in de zaal nog heel wat vrije plaatsen zijn, dan kan dat heel erg ongemakkelijk voelen. Ook al raakt die persoon je niet aan, hij zit ongevraagd in jouw persoonlijke leefruimte en dat heeft impact. Tijdens mijn opleiding bij Pieter werkte ik lang met een hele bijzondere merrie, Vitara. Het was een pittig traject, ze heeft me heel veel geleerd. Het ene moment maakte ze zacht en open contact, het andere moment was ze niet te benaderen, een volgend moment stond ze uit het niets steigerend vlak voor m’n neus. Er was in haar gedrag geen lijn te trekken. Ze intrigeerde me, en tegelijkertijd beangstigde haar gedrag me soms ook. Zij was het eerste paard dat me een alternatief leerde vinden voor ‘nee’. Ik merkte namelijk dat een ‘nee’ haar boos maakte. Ik begon te onderzoeken hoe dat kwam, welke boodschap ik gaf met een ‘nee’. Ik besefte dat ik met mijn ‘nee’ haar gedrag als fout bestempelde en er geen uitnodiging mee gaf voor wat ik dan wél wilde. Een ‘nee’ geeft aan wat je niet wil, en legt er net daardoor extra aandacht op: welk beeld springt als eerste in je hoofd als je gevraagd wordt niet aan een konijn te denken?… Juist. Ik zette met ‘nee’ een grens rond mijn persoonlijke leefruimte en verbood haar daar voorbij te gaan. Een grens is statisch en net door het verbod om erover te gaan, nodig je daar toe uit. Denk maar eens terug aan de tijd dat je naar je eerste fuiven mocht beginnen gaan, en je ouders de grens trokken op “Zorg ervoor dat je om half één thuis bent, anders zwaait er wat!”. Wat deed je na een tijdje met die grens? En ook ruimer: de meeste oorlogen zijn al om grenzen gevoerd… Een grens veronderstelt dat er iets van de een is en iets van een ander, en dat hoort dan op een of andere manier steeds een of…/of…-verhaal te zijn waar alleen via discussie over kan worden gecommuniceerd.

Paarden maken veel duidelijk via heldere communicatie omtrent hun persoonlijke leefruimte. Persoonlijke leefruimte is dynamisch en afgestemd op wat nodig is in het moment. Persoonlijke leefruimtes zijn en…/en…: ze kunnen overlappen. Het is geen ijl gegeven, het is een ruimte waarin heel wat informatie over en weer gaat: ‘Wat is jouw intentie?’; ‘Wat is jouw boodschap?’… Ook bij mensen is persoonlijke leefruimte een wezenlijk onderdeel van onze communicatie, alleen merken wij vaak de subtiele signalen niet meer op, noch bij onszelf, noch bij een ander. Gevolg: tegen de tijd dat we voelen dat iets of iemand – fysiek of qua energie – te dichtbij is, zien we vaak als enige optie het aangeven van onze grens: “Nee, niet dichter!”. Dergelijke reactie komt binnen als aanval (of vlucht) en dat lokt op zijn beurt vlucht (of aanval) uit. Voor wie zich wil verdiepen in de impact van gedrag op gedrag kan ik lectuur rond de interactieroos van Leary warm aanbevelen.

Stellen paarden dan nooit grenzen? Toch wel, alleen is daadwerkelijk de grens aangeven meestal een laatste fase. Er gaan veel signalen over persoonlijke leefruimte aan vooraf. Het opmerken van die signalen maakt een beladen ‘nee’ overbodig. Hoe werkt dat dan? Daarvoor ga ik even terug naar Vitara. Ik leerde hoe ik de werkelijke boodschap die ik wilde geven kon duidelijk maken. MIjn werkelijke boodschap was niet ‘nee’, mijn werkelijke boodschap was ‘Blijf maar daar, de ruimte tussen ons heb ik nodig om voor onze veiligheid te kunnen zorgen’. Ik had een heel duidelijke invulling van ‘daar’: de momenten dat Vitara uit contact ging was ‘daar’ op minimum vijf meter afstand. Het was alleen een wezenlijk andere boodschap dan ‘Nee, niet dichter’: via ‘daar’ bleef het communicatielijntje open. Ik probeerde niet meer haar gedrag te corrigeren, dat ze ‘daar’ steigerde, schopte, rondstuiterde of bokte maakte mij niet meer uit. Ik wilde ze ook niet meer weg van mij. Ik kon haar oprecht de boodschap blijven geven ‘We kunnen ook samen zijn met een veiligheidsafstand tussen ons in’. Zo bleef ik in de Samen-modus, en nodigde haar daarmee uit hetzelfde te gaan doen.

Ik wist toen nog niets van het gedragsmodel van Leary, noch van oplossingsgericht werken, maar achteraf gezien heeft o.a. Vitara me toen de praktijk al bijgebracht van twee basisthema’s die ik nu als coach & consultant consistent verder uitdraag.

Heel concreet: de boodschap ‘Blijf maar daar, de ruimte tussen ons heb ik nodig om voor onze veiligheid te kunnen zorgen’ valt samen te vatten in de boodschap ‘Stop’. De stop-mindset is wezenlijk verschillend van de nee-mindset. Een stop-mindset creëert exploratieruimte, houdt de communicatie open, nodigt uit om samen te kijken naar hoe nu verder. Deze mindset heeft in het werken met Vitara ontegensprekelijk voor meer connectie gezorgd en dat uitte zich in haar gedrag als meer afstemming. Mijn nee-mindset maakte haar boos en leidde tot discussie. Mijn stop-mindset maakte haar nieuwsgierig en bracht connectie teweeg. En dit geldt merk ik evenzeer in menselijke communicatie.

Ik raad aan om vanuit bovenstaande een ja-/nee- vraag als “Het is dringend, kan jij dat nu even doen?” niet meer te beantwoorden met ja of nee als eerste woord, wel met ‘stop’ of een synoniem daarvan als eerste woord (“momentje”, “wacht even”). Vervolgens kan je gaan onderzoeken wat precies wordt bedoeld (‘Wat houdt jouw vraag precies in?”; ‘Ik hoor je zeggen dat het dringend is, wanneer is de deadline?’) om dan ja of nee als conclusie te formuleren. Ik kan je garanderen dat het je tijd oplevert, alsook energie én respect. Immers, vanuit een onderzoek naar wat er precies gevraagd wordt, wordt je ‘ja’ een gefundeerde ja, en je ‘nee’ een gefundeerde nee. Als je te snel ja zegt, vinden mensen je misschien wel lief en makkelijk, maar dat leidt niet noodzakelijk tot respect… Als je te snel nee zegt, vinden mensen je waarschijnlijk bot, en ook dat leidt niet tot respect…

Ik heb al veel verbindende duidelijkheid zien ontstaan door het gebruik van ‘Stop’: in communicatie van leidinggevenden naar medewerkers, van medewerkers naar leidinggevenden, tussen collega’s en ook binnen de persoonlijke context van mensen.

Eén uitzondering toch wel op wat hierboven is beschreven: als je geliefde je vraagt om te trouwen, start je antwoord dan toch maar beter niet met ‘Stop. Voor ik daar ja of nee op kan zeggen, wil ik eerst precies weten waar het over gaat…’ Op dat moment zou de exploratiefase best al plaatsgevonden hebben, toch? 😉

 

Wendy Van den Bulck
www.equoia.org