“Rijd voorzichtig”… je hoort het deze winter allicht weer vaak op de verkeersberichten, behalve als het van mij afhangt. Moeten we dan geen rekening meer houden met omstandigheden als gladheid? Is dit een uitnodiging om roekeloos je eigen ding te gaan doen? Dat ook weer niet.
Het gaat om de boodschap die met ‘voorzichtig’ gegeven wordt, en meer bepaald om de mindset die via ‘voorzichtig’ wordt verwoord. Toen we als kind naar school fietsten, waren de laatste woorden die we hoorden als we thuis vertrokken: “Braaf, goed leren én voorzichtig!”. Toen ik als tiener naar de manege ging: “Wees voorzichtig he!”. Telkens we met de auto de baan op gingen: “Voorzichtig onderweg!”.
Ik stond er nooit bij stil, het hoorde als het ware bij een soort rituelen van onze hele moederlijke moeder. En ik hoorde waarschijnlijk vooral de onderliggende liefde die deze rituelen deed ontstaan. Tot het werken met paarden me bewust maakte van de eigenlijke boodschap onder ‘voorzichtig’. Ik ben het nooit meer. En ik raad iedereen af het te zijn.
Het gaat om waar de boodschap ‘voorzichtig’ de aandacht op legt. ‘Voorzichtig’ in bovenstaande rituele boodschappen betekende zoveel als ‘Zorg ervoor dat jou niets overkomt’: zorg ervoor dat je geen ongeval hebt, dat je niet valt, dat je niet gebeten of gestampt wordt. ‘Voorzichtig’ geeft de boodschap om iets te vermijden, vanuit angst, en dat maakt het in de eerste plaats al een allesbehalve oplossingsgerichte boodschap. Wat moet je dan precies wél doen om geen ongeval te hebben? Om niet te vallen? Om niet gebeten of gestampt te worden? Daarnaast verstaat de natuur geen ‘niet’: als je iets niet wil, leg je daar juist de aandacht op (Denk eens niet aan een konijn… Wat is het eerste beeld dat in je opkomt?). En last but not least: angst legt lading op de realiteit vanuit veronderstellingen en interpretaties. De boodschap “Wees voorzichtig!” als ik naar de manege vertrok, kwam voort uit de angst dat een paard bijt, stampt en onmiddellijk op hol slaat als het schrikt. Hoe meer ik me ging verdiepen in het wezen paard, hoe meer dat werd weerlegd. Vooraleer een paard bijt of stampt geeft het eerst subtiele tot duidelijke signalen, tenzij er een trauma op het gedrag zit. En op hol slaan? Paarden dragen goed zorg voor hun energie. Als vluchtdieren kunnen ze het zich niet veroorloven om energie te verspillen. Paarden doen wat nodig is, op het moment dat nodig is, in het volume dat nodig is. Een paard in balans checkt als het schrikt of vluchten nodig is. Zoja: gáán! Zo nee: dan niet.
Ik vind in de natuur geen voorbeelden van ‘voorzichtig’: een aap springt niet voorzichtig door een boom. Dat zou betekenen dat hij zijn aandacht erop zou richten die takken te vermijden die niet sterk genoeg zijn, of mogelijks te ver uit elkaar liggen. Ik vind in de natuur ook weinig voorbeelden van roekeloos gedrag, het tegenovergestelde van voorzichtig. “We zien wel” is immers ook geen mindset waar je in de natuur lang op overleeft. De natuurlijke staat van dieren is alertheid: hun radar staat constant aan, hun aandacht is 360°. Niet vanuit ‘oppassen dat er niets gebeurt’, wel vanuit ‘opletten om te kunnen doen wat nodig is’. Dit is geen voorzichtigheid, noch roekeloosheid: dit is zorgvuldigheid. Zorgvuldigheid is een mindset die een wereld van verschil maakt. Het vertrekt vanuit observatie in plaats van vanuit angst, het doet kijken naar mogelijkheden en nodigt uit tot constructieve actie. Een aap die door een boom springt, zoekt die takken uit die wél stevig genoeg zijn en schat in welke afstanden wél te overbruggen zijn. Een aap die door een boom springt, doet dat zorgvuldig.
“Wees voorzichtig” is niet alleen een boodschap die – hoe goed bedoeld ook – gegeven wordt vanuit angst, het nodigt ook uit tot angst, tot aandacht leggen op mogelijk gevaar. Wat is dan een zorgvuldig alternatief? De boodschap “Hou het veilig” bijvoorbeeld. “Rijd veilig” nodigt uit tot opletten in plaats van oppassen, het richt de aandacht op wat te doen in plaats van op wat te vermijden. Als het van mij afhangt, wordt dat de boodschap die vanaf nu in verkeersberichten wordt gegeven. Als het van mij afhangt, handelt iedereen vanaf nu zorgvuldig in plaats van roekeloos of voorzichtig, ook in communicatie.
Ook in taalgebruik zijn we immers al te vaak of roekeloos, of voorzichtig, wat boodschappen respectievelijk agressief of onzichtbaar maakt. Alleen zorgvuldige communicatie leidt tot ladingloze assertiviteit. Een voorbeeld van voorzichtige communicatie is “Het zou fijn zijn als je dat eventueel eens zou kunnen proberen”. Rond deze boodschap zit veel verpakking, mogelijks vanuit onzekerheid of om te vermijden de ander te bruuskeren. De reden doet er niet zoveel toe, het resultaat is dat de eigenlijke boodschap niet duidelijk gemaakt wordt: wat wil de gever van deze boodschap nu precies? Een roekeloos gegeven boodschap zou kunnen zijn: “Doe dat nu toch gewoon”. Dit is eerder een boodschap die naar de ander gegooid dan gecommuniceerd wordt. Vooral door het gegeven ‘gewoon’: de gever van de boodschap gaat er klaarblijkelijk van uit dat de ander logischerwijze eenzelfde kijk heeft als hij. Wat zou dan een zorgvuldige versie kunnen zijn van deze boodschap? “Deze mailing moet vandaag voor 16u de deur uit zijn, mijn vraag aan jou is om dat te doen. Wat heb je nodig om ervoor te zorgen dat dat in orde komt?”. Feit, verwachting, check: dat zijn enkele basisingrediënten van zorgvuldige communicatie. Agressieve en voorzichtige communicatie zijn reactief en ik-gericht, zorgvuldige communicatie is ladingloos en leidt tot daadwerkelijke inter-actie.
“Wees voorzichtig”… Mijn moeder is de enige die het nog tegen me mag zeggen, uit nostalgie voor de liefdevolle rituelen. Ook zij doet het echter niet meer. “Hou het veilig he” drukt ze me nu met een kus op m’n voorhoofd als ik terug de auto in stap. Het is een nieuw ritueel, even liefdevol als het oude, wel met een veel constructievere boodschap.
Nu de verkeersberichten nog… Wordt vervolgd!
Wat een lastig beest is dit zeg, echt een drammer! Hier Wim, pak jij hem maar over. Het leek een schattige pony, maar hij is me veel te opdringerig.” Wim pakt het touw van Els over. Hij laat de ‘drammer’ Djohar even aan zijn hand ruiken, neemt rustig de omgeving in zich op, kijkt Djohar kameraadschappelijk aan en begint zelfbewust te stappen. Djohar zucht ontspannen en stapt met hem mee. Hoofd laag, likkend en kauwend, op een ruime meter afstand van Wim. Op hetzelfde moment staan ze stil, op hetzelfde moment beginnen ze voluit te rennen, op hetzelfde moment komen ze samen weer tot rust. Els staat er met open mond naar te kijken en zegt laconiek: “Zo, het ligt dus duidelijk niet aan het paard… Da’s een pijnlijke.” “En een kans…”, voeg ik toe.
“Wie denkt nu dat even rondlopen met een paard aan een touw zo veel kan losmaken?!”… Ik ben dankbaar dat het mensen blijft verwonderen, en draag daar vanuit Equoia samen met mijn paarden graag mijn steentje in bij.
de vijfjarige hengst Poupito op een parking in een havenstadje op Karpathos. Poupito is sinds drie jaar bij zijn eigenaar die hem kocht vanuit liefde op het eerste gezicht. Het paard staat aangebonden en heeft een halster aan met bit. “Nodig”, zegt zijn eigenaar, “Zonder bit gaat hij ervandoor: hij is een erg zelfstandig paard”. Veel ruimte om contact te maken is er niet, noch qua plaats daar tussen de geparkeerde auto’s, noch qua tijd. Ik breng mijn hand richting Poupito’s neus en krijg opdringerig gehap in plaats van open nieuwsgierigheid. Persoonlijke ruimte wordt een issue.
wust stapt hij door de nieuwe omgeving. Ik ben voor hem gewoon een onderdeel van die omgeving, iets aan de andere kant van het touw. Ik zal op een heldere en ladingloze manier de nodige leiderschapskwaliteiten moeten inbrengen wil ik een ‘ja’ van hem krijgen. Een uitdaging, aangezien ik in de eerste momenten voor hem duidelijk niet besta. Hij neemt het initiatief, en hij verdraagt me.


orkshop (“Self Reflection: Reflexion of me, myself and you”) verloopt alsof we al jaren samenwerken. De voorbereidingen van gisterenavond op skype en vanochtend op het vliegtuig blijven buiten beeld. Trouw aan de boodschap die we willen brengen, pikken we op wat er nodig is en zo ontstaat een workshop die toch weer anders verloopt dan we in ons hoofd hadden: